Week 13/02 - 17/02

De eerste week op onze stageschool is voorbij gevlogen! Bij aankomst werden we door alle leerkrachten hartelijk ontvangen. Met de directie -Mevrouw Ellen Lovemore- werd afgesproken dat we de eerste week in de klas zouden observeren om een zicht te krijgen op de werking van de school. 
Als ik terugblik op de voorbij week, kan ik mijn activiteiten in 3 grote delen samenvatten;

Differentiatie
Tijdens het participerend observeren werd al snel duidelijk dat differentiatie een onbekend begrip is. Nochtans zijn er enorm grote verschillen tussen de leerlingen, zowel qua niveau als qua tempo. Ik heb me daarom deze week met de zwakkere kinderen tijdens de reken- en leeslessen apart gezet om ze extra te begeleiden en de leerstof met hen opnieuw te overlopen. 
Tijdens de wiskundelessen moesten de leerlingen sommen maken, zowel plus als min. De concrete fase ontbreekt heel vaak tijdens dit soort lessen. De kinderen mogen wel hun vingers gebruiken om te tellen. Omdat dit echter zeer moeilijk af te leren valt, heb ik Miss P. voorgesteld om het op een andere manier te proberen. Zij staat voor alles open, waar ik heel erg blij om ben. Ik ben met de leerlingen gestart vanuit rekenverhaaltjes en heb materiaal bij elkaar gezocht om de concrete fase te introduceren. Pas tegen het einde van de week zijn we overgestapt naar de abstracte fase. Vandaag -vrijdag 17/02- hadden de leerlingen een test over de sommen. Ik was ongelooflijk blij om te zien dat ook mijn "zwakkere" groep enorm goed gescoord heeft! 
Voor de leeslessen heb ik me ook telkens apart gezet met de leerlingen waarbij het lezen nog moeilijk is. De aanbreng van het leren lezen is totaal anders dan in België. Hier bestaan de taallessen uit het overtekenen van een patroon, het overtekenen van een letter en het inkleuren van prentjes die met de nieuwe letter beginnen. Daarna worden de leerlingen onmiddellijk verondersteld om tijdens de leeslessen een verhaaltje te kunnen lezen, iets wat jammer genoeg niet het geval is. Ik ben eens gaan snuisteren tussen de educatieve spelen en vond daar een spel waarbij men deed aan woord-beeld koppeling. Zo moesten de leerlingen bijvoorbeeld de letter "p" koppelen aan de afbeelding van de papegaai. Ik heb dit spel gebruikt om de woord-beeldkoppeling te oefenen. Miss P. heeft in haar klas ook letterkaarten liggen. Ik heb deze gebruikt om samen met de leerlingen te oefenen op de uitspraak die bij elke letter hoort, een soort van flitskaarten. Daarna zijn we overgegaan op het lezen van korte woordjes en later het kortverhaal. 


Taalspel
Het taalspel dat ik in elkaar heb gestoken is gebaseerd op het kortverhaal dat de kinderen moeten kunnen lezen. Speelse/actieve werkvormen worden nooit toegepast, dus heb ik aan miss P. gevraagd of ik eens iets nieuws mocht uitproberen. Ze staat voor alles open en was dus heel benieuwd naar wat ik in petto had. Omdat ik het leerrendement zo groot mogelijk wou houden, speelde ik het spel telkens met een drietal kinderen. Nog niet iedereen is aan bod kunnen komen deze week, dus we gaan de volgende dagen zeker nog verder! Het taalspel bestaat uit volgende delen:

  • Ik heb woordkaarten gemaakt van het kortverhaal "the cat and the rat". De leerlingen krijgen elk een stapeltje letterkaarten. Ze vormen samen het woord dat op de woordkaart getoond wordt. Daarna verklanken ze de letters, om zo het hele woord te kunnen lezen. Dit is wat ze bij ons "hakken en plakken" zouden noemen. De kinderen moeten hierbij samenwerken om het woord te kunnen vormen en ze moeten individueel kijken in hun stapeltje welke letter ze wel of niet konden gebruiken. 
  • Voor de volgende oefening verspreidde ik de letterkaarten over de vloer. Daarna toon ik een woordkaart uit het verhaal. De leerlingen hakken en plakken het woord. Ze gaan dan op de grond op zoek naar de letters die ze nodig hebben om het woord te vormen. In de juiste volgorde springen ze van letter naar letter en verklanken ze luidop. Ze zeggen daarna nog eens luidop het volledige woord.
  • De laatste oefening die ik hierbij voorzien had ging als volgt; de letters liggen nog steeds verspreid over de grond. Ik klap in mijn handen en terwijl wandelen de kinderen rond. Als ik stop met klappen, blijven ze stilstaan bij een letter. Ze lezen deze hardop en vormen daarna zelf een woord dat met die letter start.
De leerlingen die dit spel al gespeeld hebben, waren enorm enthousiast. Volgende week moeten ze opnieuw het verhaal voorlezen, dan zal ik een zicht hebben in hoeverre dit spel geholpen heeft om het lezen te verbeteren. 












Oefeningen voorzien
Zoals ik reeds in een vorig bericht heb vermeld, zijn er niet voor alle vakken werkboeken voorzien. De kinderen hebben wel elk een algemene werkschrift gekregen met blanco bladeren. De leerkracht moet hierin zelf oefeningen schrijven, zodat de kinderen de volgende dag in de les aan de slag kunnen gaan. Dit vraagt echter heel veel tijd en geduld, waarop ik heb voorgesteld om zelf ook enkele oefeningen uit te schrijven in functie van de planning. Verder hielp ik de leerkracht ook met het verbeteren van werkblaadjes of het inschrijven van agenda's. 






Reacties